Valgevaar leidt tot veel ongelukken op de werkvloer, zeker in technische beroepen. Is er op jouw werkplek een risico op valgevaar? Dan moet jouw werkgever dit risico verhelpen. Het goede nieuws is dat dit al met enkele laagdrempelige maatregelen mogelijk is.
Hoog werken betekent hoge risico’s
Veel uitvoerende technici werken dagelijks op hoogte. Zij plaatsen bijvoorbeeld zonnepanelen op daken of isoleren bovengrondse leidingen. Hierbij kunnen ze het risico lopen om te vallen. Niet voor niets is valgevaar de meest voorkomende oorzaak van bedrijfsongevallen in Nederland.
Werken op hoogte brengt verschillende risico’s met zich mee: een technicus kan vallen, bijvoorbeeld van een rand of door een opening in de werkvloer. Daarnaast kan iemand die onder of langs de werkplek loopt geraakt worden door een vallend object. En een technicus die op hoogte werkt moet soms een langere vluchtweg afleggen in een noodsituatie.
Wettelijk geldt dat een werkgever vanaf 2,50 meter hoogte maatregelen moet treffen om te voorkomen dat een werknemer kan vallen. Deze regel geldt echter ook als een technicus boven water of in de buurt van verkeer werkt, zelfs als dit onder de 2,50 meter is. Of als een arbeidsplaats in beweging is of kan komen, waardoor technici kunnen vallen.
Hoe zorgt een werkgever voor een veilige werksituatie op hoogte?
Voordat een technicus op hoogte gaat werken, moeten er twee vragen worden beantwoord:
- Is het mogelijk om het werk niet op hoogte uit te voeren?
- Kan het risico op vallen worden voorkomen?
Is het antwoord op deze vragen ‘nee’, dan is de werkgever verplicht om een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) op te stellen. Met een RI&E brengt een werkgever alle arbeidsrisico’s binnen zijn bedrijf of organisatie in beeld. In dit geval dus een valrisico.
Onderdeel van de RI&E is een Plan van Aanpak (PvA) waarin staat hoe de werkgever de risico’s gaat beheersen. Hierbij geeft hij aan wanneer maatregelen worden uitgevoerd en wie dit moet doen binnen de organisatie. Vervolgens moet de werkgever de onderwerpen uit het PvA in de praktijk gaan brengen.
Het doel hierachter is om arbeidsongevallen en gezondheidsschade te voorkomen. Zo kunnen technici veilig werken, hebben ze meer plezier in hun werk en zijn ze productiever.
Als technisch werkgever moet je verder het volgende doen zodat alle werknemers veilig op hoogte kunnen werken:
- Neem structurele arbeidsmiddelen voor werken op hoogte en valbeveiliging op in het bouwontwerp;
- Zorg dat werknemers vanaf een veilige plek, zoals een steiger of bordes, werken. Een correct opgebouwde steiger biedt ook takelopties voor grotere objecten;
- Train medewerkers in het gebruik van beschermingsmiddelen tegen valgevaar;
- Scherm eventuele openingen in vloeren en wanden af.
Wat kan een werknemer doen om veilig te werken op hoogte?
Ook als uitvoerende technicus kun je door een aantal maatregelen voorkomen dat je valt tijdens jouw werk op hoogte:
- Vermijd onnodige risico’s. Ga bijvoorbeeld niet onbeschermd aan de slag en loop niet op een onstabiele ondergrond;
- Zorg dat je werkplek opgeruimd is. Zo voorkom je de kans op bijvoorbeeld uitglijden;
- Respecteer hekken of leuningen op de werkvloer;
- Werk alleen met goedgekeurde valbeveiliging. Dit is beveiliging met een CE-markering. Zorg dat je hebt geoefend met het gebruik hiervan;
- Let op weersomstandigheden, zoals wind, waardoor je uit balans kunt raken.
Beschermingsmiddelen voor het werken op hoogte
Een technicus mag alleen op hoogte werken vanaf een geschikte arbeidsplaats: een veilige, ergonomisch verantwoorde stelling, steiger, bordes of werkvloer. Is dat niet mogelijk? Dan moet de werkgever op basis van de RI&E bepalen welk arbeidsmiddel het beste is voor de werksituatie in kwestie.
Collectieve beschermingsmiddelen (CBM) hebben hierbij de voorkeur ten opzichte van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Het belangrijkste CBM bij werken op hoogte is een leuning. Is dit geen optie, dan biedt bijvoorbeeld een vangnet uitkomst.
De Arbo geeft twee voorbeelden van PBM’s voor het werken op hoogte: een valbeveiligingssysteem en een vallijn. Een valbeveiligingssysteem bestaat onder meer uit een harnasgordel en valdemper. Deze beschermt niet alleen tegen een val, maar ook tijdens en na de val. Het gekozen bevestigingspunt moet de valafstand zo klein mogelijk maken. De gebruiker moet weten hoe het systeem werkt en wat hij moet doen in een noodsituatie. De werkgever is verplicht de werknemers hierin te trainen.
Daarnaast is een bekende PBM de vallijn. Dit is een ‘fall restraint’, waardoor een val onmogelijk wordt omdat iemand niet bij een rand kan komen, of een ‘fall-arrest’, waarbij een val wel kan plaatsvinden, maar iemand nooit tot aan de grond valt.
Ten slotte geldt dat er personen (zoals een bhv’er) en middelen op de werkvloer aanwezig moeten zijn voor de benodigde spoedeisende hulpverlening. Iemand kan namelijk onverhoopt toch vallen of moet van hoogte worden gered.
Het is belangrijk dat de hulpverleners in kwestie regelmatig worden getraind en bekend zijn met de gebruikte beschermingsmiddelen. Daarnaast moet iedereen binnen de organisatie weten wie deze personen zijn en hoe ze te bereiken zijn.
Ook veilig aan de slag gaan in de techniek?
Bij Stratt+ staat de veiligheid van onze medewerkers op de eerste plaats. Wil jij aan de slag gaan in een veilige technische omgeving? Neem dan contact met ons op!
Bron: Arbo