Jongeren overwegen vaker om een baan in de techniek te zoeken. Dat blijkt uit representatief onderzoek van het Platform Talent voor Technologie onder bijna 1500 jongeren. Jongeren zien meer technologie om zich heen. In 2011 had je nog geen drones en virtual reality. Toen waren technische bedrijven vooral op industrieterreinen te vinden. Nu zie je ook allerlei domotica in de zorg, verklaart directeur Beatrice Boots.
Dat is goed nieuws voor de technologische sector. Er woedt al jaren een strijd om meer jongeren voor een technische opleiding te laten kiezen, want de bèta-bedrijven zijn dringend op zoek naar personeel. Vooral onder vwo’ers slaat die missie aan: bij technische universiteiten is het dringen om een plekje. Liefst 62 procent van de vwo’ers kiest voor een technisch vakkenpakket. Ter vergelijking: in 2000 was dat nog zo’n 30 procent. Onder vmbo’ers en havisten valt echter nog een wereld te winnen. Daar kiest respectievelijk 30 en 40 procent van de scholieren voor een exact vakkenpakket.
Precies daarom liet het Platform Talent voor Technologie onderzoeken hoe jongeren anno 2019 over de bèta-sector denken. Dat deed het al eerder in 2011. We merken dat veel havisten en vmbo’ers nog steeds geen beeld hebben van wat ze met techniek kunnen. Ze denken niet aan de reparatie van drones, maar aan de traditionele elektrotechniek. En dat vinden ze minder interessant. Conclusie: bedrijven moeten beter aan jongeren laten zien wat ze met een technische opleiding kunnen.
Op de scholen zelf kan het ook beter. Leerlingen willen meer het klaslokaal uit, dingen ervaren. We moeten de vakken leuker maken. Op het vwo slaat bijvoorbeeld het technasium aan. Leerlingen werken een deel van hun lestijd aan praktische opdrachten, soms letterlijk op verzoek van bedrijven. Je ziet op zulke scholen dat meer scholieren voor de techniek kiezen en ook echt naar bètatechnische studies doorstromen.
Bron: AD